Tien gouden regels voor onderzoekende professionals

Gouden regels

Tien gouden regels voor onderzoekende professionals

Onderzoekende professionals. We hebben het er wel steeds over, maar hoe doe je dat eigenlijk: onderzoekend naar je eigen werk voor de publieke sector kijken? Het kan verwarrend zijn: Moeten we nu ‘onderzoekers’ worden? (Antwoord = Nee) Kan ik dat wel, zonder uitgebreide opleiding? (Antwoord = Ja). We stelden tien gouden regels op voor onderzoekende professionals. Bottomline: je blijft bovenal professional maar neemt een onderzoekende houding aan!

 

1. Jouw eigen ervaring en perspectief als professional is je grootste kracht.
Gebruik je unieke positie en alle ervaring en kennis die je hebt opgedaan. Gooi dat niet weg om ‘onderzoeker’ te worden, maar wordt een onderzoekende professional. Als professional ben je dagelijks in de praktijk werkzaam en weet als geen ander welke thema’s spelen, welke discussies er leven en welke vertaalslagen er gemaakt moeten tussen beleid en praktijk. Dat is jouw kracht.

2. Onderzoeken is leuk en inspirerend en moet dat vooral blijven.
Let dus op jezelf, qua tijd, qua taken, qua verantwoordelijkheden.

3. Begin bij wat jij belangrijk vindt.
Die dingen die je verbazen, irriteren, warm maken of waarvan je denkt dat anderen ze zouden moeten zien kunnen de perfecte basis vormen voor een goede onderzoeksvraag naar iets wat er écht toe doet. Probeer expliciet en eerlijk na te denken over je eigen verwachtingen, waarden, aannames en belangen en die van je organisatie. Als dit lastig is, benut hiervoor bijvoorbeeld gesprekken met collega’s om dit scherp te krijgen. Dat is nodig voordat je de volgende stappen kunt maken.

4. Benader je onderwerp vanuit oprechte nieuwsgierigheid.
Kijk vervolgens hoe je het onderwerp zo kunt onderzoeken dat je zelf vanuit oprechte nieuwsgierigheid te werk kunt gaan…. Werk zoveel mogelijk met open vragen (hoe, waarom). Merk je dat je zelf té betrokken bent, of dat je het lastig vindt om de ander echt te horen omdat je eigen overtuigingen je in de weg zitten? Vraag jezelf af wat je nodig hebt om die oprechte nieuwsgierigheid (weer) mogelijk te maken. Formuleer open en geïnteresseerde vragen. Zoek de balans tussen jouw betrokkenheid en open nieuwsgierigheid.

5. Onderzoeken is een kans.
Een kans om vragen te stellen, mensen te benaderen of andere afdelingen of organisaties op te zoeken. Grijp die kans en spreek mensen aan die je zonder dit ‘excuus’ misschien niet aan zou kunnen of durven spreken. Bij oprechte interesse in het kader van een onderzoek, waarbij je overigens best mag zeggen dat het voor jou persoonlijk iets betekent, zijn mensen snel geneigd om mee te willen werken. Doe geen dingen die al gedaan zijn. Doe ook geen dingen die mensen met meer tijd of ervaring en training als onderzoeker veel makkelijker kunnen doen. Niet omdat zij het beter kunnen, maar omdat jij vanwege jouw unieke positie iets kunt dat zij niet kunnen. Benut jouw eigen ruimte en mogelijkheden.

6. Als onderzoekende professional heb je een verantwoordelijkheid.
Als onderzoeker stap je in een andere rol dan je dagelijkse rol van professional. Wees je bewust van deze rolwisseling. En wees je hiervan ook bewust in gesprekken met collega’s, externen etc die gewend zijn aan jou als professional. Geef in je gesprekken met anderen duidelijkheid over je rol en geef toelichting over het doel van het onderzoek. Wees je bewust van jullie onderlinge (machts)verhouding als onderzoeker en als professional. Wees je bewust van je gemeenschappelijke geschiedenis én toekomst.

7. Zie informatie als een cadeau dat wordt gegeven binnen een relatie.
Ga dus voorzichtig en zorgvuldig met dit cadeau om. Onthoud van wie en waarom je het gekregen hebt. ‘Do no harm’ en probeer rekening te houden met de belangen van anderen door bijvoorbeeld anonimiteit of onherleidbaarheid te garanderen. Of door juist jouw dankbaarheid expliciet te maken. Betrek ze zoveel mogelijk bij evt. vervolgstappen: van verslaglegging tot eindproduct. Laat zien dat je zorgvuldig, respectvol en vanuit betrokkenheid met hun inzichten omgaat.

8. Ga uit van de expertise van anderen.
Er zijn verschillende vormen van deskundigheid of kennis: Ervaringsdeskundigheid, theoretische deskundigheid, getuige van een beleidsontwikkeling. Vraag mensen naar datgene waarvan zij kennis hebben. Probeer ruimte te maken voor wat zij zelf (binnen het onderwerp) belangrijk vinden, daar zit vaak ook hun expertise. Als antwoorden niet interessant zijn, ligt dat meestal aan de kwaliteit van de vragen. Luister aandachtig en voorbij de woorden. Vraag door. Neem de ander serieus en onderdruk de neiging die je als professional wellicht hebt om dingen uit te gaan leggen.

9. Kijk analytisch.
Ga als het nodig is actief op zoek naar andere perspectieven, denkwijzen en ervaringen. Wees niet bang voor de meest kritische stem. Jouw onderzoek hoeft geen uitsluitsel te geven. Sterker nog, de waarde zit in het zoeken van waardevolle inzichten. Ga niet op zoek naar herkenning van jouw eigen veronderstellingen, maar kijk analytisch naar de informatie die je hebt opgehaald. Probeer het casusniveau te overstijgen en ga meer op zoek naar afwegingen of factoren die een rol spelen. Goede vragen kunnen meer opleveren dan antwoorden.

10. Zorg voor productieve impact, geen onderzoek voor in een la.
Bedenk wat het doel is van je onderzoek en pas daar je verslaglegging of eindproduct op aan. Met weinig tijd en een uniek perspectief als onderzoekende professionals, is het de kunst om creatief te zijn en de ruimte te pakken!